Bij beslag op inkomsten wordt er beslag gelegd op (een deel van) de inkomsten van een schuldenaar. Inkomsten kunnen bestaan uit loon, maar ook uit een (bijvoorbeeld ww- of bijstands)uitkering of pensioen. Als het gaat om beslag op loon wordt gesproken over loonbeslag.
Op inkomsten zoals zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderbijslag, kinderopvangtoeslag, het kindgebonden budget en WAO, WIA en Wajong uitkeringen wordt in principe geen beslag gelegd, omdat ze toegekend zijn vanwege een bijzondere situatie of een specifiek doel. Hier bestaan uitzonderingen op.
De zorgverzekeraar kan bijvoorbeeld beslag laten leggen op zorgtoeslag bij een betalingsachterstand op de basispremie en een verhuurder kan bij een huurachterstand beslag laten leggen op huurtoeslag.
Beslag op inkomsten zoals loonbeslag is een vorm van ‘derdenbeslag’. De werkgever is de ‘derde’. Als beslag wordt gelegd op een uitkering is dit de uitkeringsinstantie, bij pensioen is dit het pensioenfonds.
De werkgever wordt op de hoogte gesteld van het loonbeslag en is verplicht hieraan mee te werken. Een werkgever moet bijvoorbeeld de verschuldigde bedragen rechtstreeks naar de beslaglegger overmaken. Het overige deel van het inkomen wordt gewoon naar de medewerker (de schuldenaar) overgemaakt. Er moet namelijk altijd rekening worden gehouden met de beslagvrije voet.
Beslagvrije voet
Als je vast in Nederland woont of verblijft, is er een deel van het inkomen dat niet onder het beslag valt. Een deel van het loon is namelijk nodig voor het levensonderhoud; dit heet de beslagvrije voet.
Dit deel mag de beslaglegger dus niet opeisen. Dit geldt ook voor een uitkering en pensioen. Per 1 januari 2021 wordt de beslagvrije voet op een nieuwe manier met een rekenmodule (een digitale rekentool) berekend. Dit volgt uit de nieuwe Wet vereenvoudiging beslagvrije voet.
Deze wet moet ervoor zorgen dat mensen met schulden voldoende overhouden om in de noodzakelijke kosten van het levensonderhoud te voorzien. Het nieuwe wettelijke systeem maakt het berekenen van de beslagvrije voet eenvoudiger en zorgt ervoor dat de beslagvrije voet voor iedereen op dezelfde manier wordt berekend.
Je kunt meer algemene informatie vinden over de beslagvrije voet en je beslagvrije voet narekenen op uwbeslagvrijevoet.nl.
Hoe verloopt zo’n beslaglegging nou precies?
Als bijvoorbeeld de energierekening niet wordt betaald, kan een schuldenaar een dagvaarding ontvangen. Als betaling uitblijft, zal er door een rechter een vonnis worden gewezen (uitspraak). Dit heet een ‘executoriale titel’. De deurwaarder bezorgt het vonnis vervolgens bij de schuldenaar (betekenen).
In dit geval zijn de schulden vaak opgelopen door de bijkomende kosten van aanmaningen, de deurwaarder en de juridische procedure. Als de schuldenaar niet aan het vonnis voldoet door alsnog te betalen, kan de deurwaarder loonbeslag leggen (of beslag op andere inkomsten).
Ook kan er beslag gelegd worden op goederen zoals een auto. Dit is een ander soort beslag en wordt in dit artikel daarom buiten beschouwing gelaten.
Ook kan er loonbeslag worden gelegd op de inkomsten van een schuldenaar omdat bijvoorbeeld de gemeentelijke belastingen niet zijn betaald, er een belastingschuld is bij de Belastingdienst of omdat een uitkering wordt in- of teruggevorderd. Door (lokale) overheden zoals de Belastingdienst, gemeenten en waterschappen wordt vaak gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘vereenvoudigd derdenbeslag’.
In dat geval hoeft een (lokale) overheid bij de schuldenaar alleen een dwangbevel met bevel tot betaling en een schriftelijke vooraankondiging te bezorgen. Dit gebeurt meestal per post, maar kan eventueel door middel van betekening door een deurwaarder.
De rechter hoeft niet ingeschakeld te worden bij een dwangbevel, dit is namelijkal een executoriale titel. Er komen dus geen kosten van een juridische procedure bij de schulden.
Einde loonbeslag
Bij de schulden worden ook alle bijkomende kosten gerekend, zoals de kosten van de deurwaarder of de kosten van een juridische procedure. Loonbeslag eindigt op het moment dat alle schulden zijn voldaan.